Wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg: 'We moeten leren om op tijd te stoppen met behandelen.’

 

Liever luisteren naar Roger’s impact? Klik op de podcast aflevering hieronder.

 

De wachttijden zijn lang en er zijn te veel partijen betrokken zonder écht effectief samen te werken. Roger Bastiaens, manager GGZ bij Meditta, praat met ons over hoe de regio probeert een nieuw instroommodel te ontwikkelen dat niet alleen de wachttijden aanpakt, maar ook het hele systeem vernieuwt. "De geestelijke gezondheidszorg kan het niet alleen; we moeten samen met huisartsen, gemeenten en het sociale domein naar een oplossing zoeken.’

 

Roger Bastiaens, manager GGZ bij Meditta.

De wachttijden zijn lang en er zijn te veel partijen betrokken zonder écht effectief samen te werken. Roger Bastiaens, manager GGZ bij Meditta, praat met ons over hoe de regio probeert een nieuw instroommodel te ontwikkelen dat niet alleen de wachttijden aanpakt, maar ook het hele systeem vernieuwt. ‘De geestelijke gezondheidszorg kan het niet alleen; we moeten samen met huisartsen, gemeenten en het sociale domein naar een oplossing zoeken.’

In een rustig café in Limburg schuift Roger Bastiaens een stuk vlaai naar me toe. ‘Proef maar,’ glimlacht hij. ‘Niets gaat boven een goede Limburgse kersenvlaai.’ 
Roger Bastiaens is manager GGZ bij huisartsenorganisatie Meditta en is al jaren nauw betrokken bij de uitdagingen in de geestelijke gezondheidszorg. Lange wachttijden, een gebrek aan samenwerking tussen instanties en patiënten die tussen wal en schip vallen: het zijn problemen die hij maar al te goed kent. ‘We zitten op een kantelpunt,’ begint hij terwijl hij nipt van zijn koffie. ‘We moeten naar een model dat de patiënt écht centraal stelt en dat kan alleen als iedereen in de keten zijn verantwoordelijkheid neemt.’

Ik vraag hem of hij zelf ooit in een situatie zat waarin hij hulp zocht bij de GGZ. Een onverwachte stilte volgt, en dan zegt hij: ‘Ja, dat heb ik meegemaakt. Het was werkgerelateerd. De relatie met mijn leidinggevende was destijds niet optimaal en dat hield me wakker. Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en iemand opgezocht. Ik dacht: ik trek nu zelf eens aan de bel. En dat bleek heel helpend.’

 

‘Ik was zelf sceptisch, maar ik denk dat het ons vooral helpt dat we nu durven om buiten de gebaande paden te treden.’

 

Interessant, want veel mensen zeggen: ik los het zelf wel op, dat heb ik niet nodig.
Wat maakte dat jij die stap toch hebt gezet?

Bastiaens glimlacht. ‘Dat was niet vanzelfsprekend voor me. Ik heb altijd geleerd dat ik dingen zelf moest oplossen, maar met de jaren heb ik ingezien dat je soms samen verder komt. Kwetsbaarheid, ook voor een professional, kan enorm krachtig zijn.’

Wat speelt er nu precies in de GGZ, waarom zijn de wachttijden zo lang?
Hij knikt bedachtzaam. ‘Een groot probleem is dat de zorgketen fragmentarisch is. Een huisarts moet vaak een diagnose vermoeden voordat iemand door kan naar de GGZ, maar dat gebeurt vaak met weinig tijd en informatie. En dan komt iemand bij de GGZ waar men soms de diagnose heroverweegt of zelfs twijfelt. Het leidt ertoe dat mensen heen en weer worden gestuurd. Daarbij worden patiënten soms te lang in behandeling gehouden; we durven te weinig te stoppen, uit betrokkenheid. Dat moet anders.’

Hoe gaan jullie dat anders doen?
Bastiaens: ‘We hebben in Zuid-Limburg gekeken hoe we de keten anders kunnen inrichten. De huisarts moet de regie aan de voorkant behouden, omdat dat de plek is waar patiënten zich vaak als eerste melden. Samen met GGZ en het sociale domein hebben we een model ontwikkeld dat kijkt naar de zorgvraag aan de voorkant. Dat voorkomt onnodige doorverwijzingen. Dit vraagt om een fundamentele verandering, maar we zien nu al de eerste positieve resultaten.’

Je noemt de taskforce die met zestien partijen samenwerkt. Wat is essentieel voor succes in zo’n breed samenwerkingsverband?
Roger leunt iets naar voren. ‘Essentieel is dat je zowel de harde als de zachte kanten op tafel legt. Vertrouwen in elkaar is cruciaal, evenals een open gesprek over belangen. Je moet durven denken buiten de bestaande lijnen. Alleen zo kun je echte veranderingen teweegbrengen. Een goede begeleider zoals we die nu hebben van Copine heeft daarbij geholpen. Zij hebben ons gedwongen om het anders aan te pakken.’

Heeft dat geholpen? Was er dan eerder te veel gepraat en te weinig gedaan?
Bastiaens: ‘Zeker. Ik was zelf sceptisch, dacht: hier gaan we weer. Maar het verschil is dat we nu écht stappen zetten. Ik denk dat het ons vooral helpt dat we nu durven om buiten de gebaande paden te treden.’

 

‘Een model dat de patiënt centraal stelt, om de wachttijden verminderen en de zorg fundamenteel te veranderen.’

 

Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen voor de toekomst?
Hij zucht even en denkt na. ‘Het vraagt nieuwe routines van álle partijen. GGZ-medewerkers moeten leren om los te laten en huisartsen moeten afwegingen durven maken om soms geen verwijzing te geven. Ook is er meer ruimte nodig voor informele zorg en ervaringsdeskundigen. We moeten naar de patiënt als mens kijken, niet als diagnose.’

Stel, je was de baas van Nederland en kon de GGZ hervormen. Wat zou je doen?
Bastiaens: ‘Ik zou stoppen met productiegerichte financiering. Nu wordt zorg betaald op basis van wat je doet en hoeveel, maar dat zet verkeerde prikkels. Ik zou kiezen voor vaste vergoedingen, zodat we écht kunnen focussen op wat de patiënt nodig heeft. Ook zou ik huisartsen stimuleren om breder te kijken dan alleen de klachten, zoals hoofdpijn of buikpijn. Die kunnen een teken zijn van onderliggende problemen, maar daar moet tijd voor zijn.’

Waar zie je de GGZ in Zuid-Limburg over vijf jaar?
Roger: ‘We zijn net begonnen, maar we willen een model creëren dat we ook in Midden- en Noord-Limburg kunnen gebruiken. Het is ambitieus, maar als we de urgentie die er nu is blijven vasthouden, kunnen we echt iets neerzetten wat een verschil maakt.’

Met een model dat de patiënt centraal stelt, wil Roger Bastiaens samen met zijn team de wachttijden verminderen en de zorg fundamenteel veranderen. ‘Het is spannend, maar ik geloof dat we een beweging in gang hebben gezet die nu echt nodig is.’